Nederstad: een land als stad

Gepubliceerd op 23 juli 2025 om 14:12

Wat als Nederland geen verzameling steden is, maar één grote stad? In deze blog verken ik samen met ChatGPT het idee van Nederstad: een andere (vernieuwde?) manier van denken over ruimte, rechtvaardigheid en leefbaarheid. Geen droombeeld, maar een kompas voor scherpe keuzes in tijden van schaarste. >>

 

Hoi Chat, ik wil graag opnieuw in gesprek gaan over de ruimtelijke inrichting van Nederland. Zeker nu Rijk en regio's nieuwe afspraken maken over de ruimtelijke inrichting van Nederland (juni 2026). Ruim tien jaar geleden gingen deze interessante beelden rond op sociale media: Nederland voorgesteld als één grote stad (zie verderop). >>

De eerste afbeelding liet zien hoe stedelijke gebieden van andere stedelijke gebieden in de wereld op de oppervlakte van Nederland passen. Dit benadrukte hoe Nederland op wereldschaal bijna als één stad kan worden gezien.

De tweede afbeelding, afkomstig van Twitter (nu X), toonde hoe Nederland - zelfs 10 jaar geleden al - vrijwel overal toegang had tot internet. In andere Europese landen zie je grote steden zoals Parijs en Madrid; in Nederland is echter het volledige gebied 'gekleurd', een soort aaneengesloten stedelijke zone.

Een vergelijkbaar beeld was ook te zien op satellietbeelden van nachtelijk Europa. Waar je elders in Europa verlichte steden ziet omringd door donker platteland - zoals Parijs en Madrid - was Nederland volledig verlicht, alsof het één samenhangend stedelijk gebied was.

Hoe kijk jij hiertegenaan?

 

Prachtig dat je deze beelden aanhaalt — ze zijn niet alleen visueel sterk, maar ook filosofisch veelzeggend. Ze nodigen uit tot een fundamentele vraag: Is Nederland nog wel een land, of zijn we feitelijk al één grote stad?

 

klik op onderstaande afbeeldingen voor een grotere versie >>


Hier een paar gedachten die ik graag met je deel als aanzet tot reflectie:

1. Nederland als netwerkstad

De eerste afbeelding toont het verbluffende contrast tussen grote wereldsteden en de spreiding van stedelijkheid in Nederland. Waar steden elders vaak radiaal zijn gegroeid rond één centrum (denk Parijs, Londen), is Nederland veel meer een polycentrische netwerkstad. We hebben meerdere ‘halve steden’ (zoals Utrecht, Zwolle, Eindhoven) die samen functioneren als één metropolitane structuur: de Nederstad.

 

2. De stad zonder rand

De tweede afbeelding benadrukt een ander fenomeen: er is geen duidelijke grens meer tussen stad en land. Door infrastructuur (wegen, OV), digitale netwerken en economische verwevenheid lijkt Nederland één doorlopende urbane laag. Jane Jacobs zou zeggen: onze “dichtheid van interactie” is hoog, zelfs zonder Manhattan-hoogbouw.

 

3. Filosofische vraag: is stedelijkheid een ruimte of een ritme?

Wat als stad-zijn niet langer wordt bepaald door hoogte, dichtheid of bebouwing, maar door ritme en intensiteit? Denk aan hoe we leven, reizen, communiceren. Vanuit die optiek zijn zelfs de ‘rustige’ delen van Nederland onderdeel van de stedelijke machine.

 

4. De paradox: collectieve stad, individuele beleving

Nederland is collectief stedelijk, maar veel mensen ervaren hun woonomgeving als ‘dorp’ of ‘natuur’. Er is een mismatch tussen de ruimtelijke structuur (druk, verweven) en de individuele beleving (groen, rustig). Dat roept politieke en emotionele spanningen op. Zijn we wel bereid om echt stad te zijn?

 

Een afsluitende vraag om over na te denken:

Als Nederland één stad is, wie of wat is dan het stadsbestuur? En wie zijn haar bewoners — burgers, gebruikers of passanten?

Ik ben benieuwd naar jouw kijk.

Een goede vraag! Binnen het concept van Nederstad zou het Rijk, als democratisch gekozen bestuurslaag, de regie moeten nemen over de ruimtelijke ontwikkeling. Gelukkig is er inmiddels opnieuw een ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), dat deze rol op zich neemt. Zo werkt het ministerie van VRO onverminderd door aan de nieuwe Nota Ruimte (als opvolger van de Nationale Omgevingsvisie).

De vraag blijft - voor mij - of zij daar Nederland ook zien als één samenhangende stad. Een stad waarvan de grenzen niet strikt ophouden bij de formele landsgrenzen, maar waarin ook de waarden en belangen van Nederland als één groene dichtbevolkte stad worden meegenomen in de besluitvorming. Inmiddels kent Nederland ruim 18 miljoen inwoners op dit kleine stukje aarde.

Ik weet dat verschillende mensen actief bezig zijn met het idee van 'Nederstad'. Weet jij wie zich hiermee bezighouden en welke ordeningsprincipes zij uitdragen?

 

Mooi dat je het ministerie van VRO noemt — en treffend hoe je de spanning benoemt tussen formele landsgrenzen en functionele stedelijkheid. Het idee van Nederland als Nederstad leeft inderdaad al decennia, zij het in verschillende vormen en met wisselende benamingen.

Hier een paar denkrichtingen en enkele namen die je kunt verkennen:

 

1. Deltametropool – netwerk als uitgangspunt

De Vereniging Deltametropool is al sinds eind jaren ’90 actief met het idee van Nederland als samenhangende metropolitane regio. Zij benadrukken de noodzaak van ruimtelijke samenhang en pleiten voor ordening op netwerk-niveau in plaats van gemeentegrenzen. Kernbegrippen: bereikbaarheid, functiemenging, landschap als drager.

 

2. Zef Hemel – Nederland als denkstad

Stadsplanner en denker Zef Hemel beschouwt de stad vooral als een mentale ruimte. Hij stelde al dat we in een “verbeeldingsruimte” leven die groter is dan fysieke stadsgrenzen. Voor Nederland betekent dat: ruimtelijk beleid moet niet alleen planmatig zijn, maar ook verhalend en collectief gedragen. Zie o.a. zijn boek De Toekomst van de Stad (2016)

 

3. Maarten Hajer – Ontwerpende governance

Voormalig directeur van PBL en nu aan het Urban Futures Studio in Utrecht. Maarten Hajer pleit voor “ontwerpende governance”: beleid maken via verbeelding, experiment en participatie. Hajer benadrukt dat Nederland nieuwe narratieven nodig heeft om richting te geven aan grote transities (energie, wonen, klimaat). Zie: The Energetic Society of zijn rol in de IABR (Internationale Architectuur Biennale Rotterdam)

 

4. College van Rijksadviseurs (CRA) – Rijksregie in ruimtelijke samenhang

Het CRA agendeert sinds 2015 sterk dat Nederland weer met een nationale bril naar ruimte moet kijken: als systeem van onderling verbonden regio’s. De term Nederstad wordt niet letterlijk gebruikt, maar het idee van integrale ordening op nationaal schaalniveau is terug te vinden in adviezen als Panorama Nederland of Toekomsten voor Nederland.

 

5. Wouter Veldhuis – landschap, samenhang en meervoudige waarden

Wouter Veldhuis is voormalig Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving. Hij benadrukte dat stedelijke groei, klimaat en landschap niet los van elkaar kunnen worden gezien. Zijn pleidooi: benut het landschap als ordeningsprincipe, en kijk voorbij de gemeentegrens naar ruimtelijke verbanden. Zie interviews met hem in de Architect en op Podium voor Architectuur

 

Ter overweging:

Als we Nederland als stad willen benaderen, wat zijn dan de wijken, de pleinen, de rafelranden? En welk verhaal verbindt ze? Zou jij als stadsfilosoof daar een ‘stedelijk manifest’ voor willen schrijven?

Dank je wel voor de prachtige voorbeelden! Sommige waren mij bekend, maar je hebt me ook twee nieuwe inzichten gegeven. Ik overweeg om een ruimtelijk manifest te schrijven voor 'NL als 1 stad' en zou je graag uitnodigen om hierin mee te denken.

Toch vind ik dat we misschien iets te snel gaan. Voor we verder inzoomen op het manifest, wil ik eerst twee belangrijke vragen stellen om te voorkomen dat we dezelfde fouten herhalen:

1) Deze visies worden vaak gezien als 'inspirerend, aantrekkelijk en veelbelovend', maar waarom blijkt het in de praktijk zo moeilijk om ze daadwerkelijk te realiseren? Ik weet dat veel mensen en organisaties hun uiterste best doen om in samenhang ruimtelijk beleid te maken. Toch lijkt het vaak niet te lukken, hoe komt dat?

2) Misschien hangt dit samen met de eerste vraag – als je alle ambities bij elkaar optelt, lijkt het bijna onmogelijk om op regionaal en lokaal niveau duidelijke keuzes te maken. Zou dit de ruimtelijke ontwikkelingen kunnen belemmeren?

Hoe zie jij dit?

 

Je stelt precies de juiste vragen. En inderdaad: de schoonheid van het verhaal “Nederland als één stad” is tegelijk haar valkuil. Hier zijn mijn reflecties op jouw twee vragen, met enkele denkrichtingen om ze te overstijgen:

 

1. Waarom is het zo moeilijk om concreet te worden?

  • Gebrek aan institutionele verankering

    Het idee van een Nederstad heeft geen bestuurlijk thuis. Het valt tussen ministeries, provincies en gemeenten in — iedereen voelt zich een beetje verantwoordelijk, maar niemand volledig.

  • Beeld versus beleid

    De metafoor is krachtig (één stad!), maar mist vaak de vertaalslag naar instrumentarium: hoe ziet de woonvisie, OV-investeringsstrategie of landbouwtransitie eruit in een stad op deze schaal en dan ook nog eens zonder rand?

  • Botsende routines

    Beleidsmakers zijn gewend te denken in sectoren (woningbouw, infra, natuur). Het verhaal van de Nederstad vraagt om integraal en ontwerpend denken — en dat past slecht in de huidige bestuurspraktijk.

 

2. Waarom blokkeert het zelfs soms keuzes op regionaal niveau?

 

  • Tussen schaal en daadkracht

    Regio’s willen maatwerk, maar voelen zich overvleugeld door abstracte ‘nationale ambities’. Terwijl het Rijk terugschrikt voor de politieke gevolgen van scherpe ruimtelijke keuzes. Gevolg: beleidsstilte.

  • Wenselijkheid zonder wrijving

    Veel visies zijn optelsommen van alles wat we mooi vinden (groen, groei, gelijkheid) — maar ze schuwen het benoemen van spanningen tussen waarden. Daardoor is er geen kader om te kiezen: waar bouwen we wél, waar niet? En ten koste waarvan?

 

Wat vraagt dit van een manifest?

Een goed manifest voor Nederstad zou dus niet alleen inspirerend moeten zijn, maar ook:

  1. Spanning benoemen tussen waarden (wonen vs bodem, mobiliteit vs energie).

  2. Taal bieden die besluitvorming ondersteunt (niet alleen dromen, maar ook afwegen).

  3. Een ordeningsprincipe introduceren dat ruimte laat voor verschillen, zonder dat de grote lijnen vervagen.

 

Socratische vraag voor jou als vervolg:

Als we “Nederland als stad” écht serieus nemen — zijn we dan bereid om ook als stad te denken in schaarste, keuzes, prioriteit en uitsluiting? Of willen we vooral blijven spreken in termen van alles-en-voor-iedereen?

Ik denk graag met je mee hoe we dat omzetten in een manifest dat schuurt én inspireert.

Een goede vraag... en precies daar ligt de uitdaging. Als planoloog heb ik geleerd om te zoeken naar "een inrichting die wederzijds het beste is voor alle groepen". Maar wat betekent "het beste"? Voor mij draait dat om scherpe keuzes maken binnen de beperkingen van onze schaarse ruimte (een klein land met een hoge bevolkingsdichtheid), terwijl we oog houden voor alle inwoners en gebruikers.

Toch lijkt het soms alsof de focus vooral ligt op de mensen aan de randen van de groep, waarbij geld en sterke meningen de boventoon voeren. Zie ik dat te zwart-wit? Of zijn er manieren om meer balans te vinden?

Hoe kunnen we nuances aanbrengen in de keuzes die we maken? Bijvoorbeeld door niet alleen steden en welvarenden centraal te stellen, maar ook aandacht te geven aan minder rijke gebieden en de natuur – flora en fauna. Tegelijkertijd moeten we rekening houden met basisbehoeften zoals voldoende woon- en leefruimte voor iedereen. Dat vraagt ook om minder afhankelijkheid van auto’s, minder spullen... Sorry, het wordt al snel groots in mijn hoofd.

Kun je me helpen dit terug te brengen naar heldere keuzes die álle mensen én onze directe leefomgeving recht doen? 😅

 

Wat je zegt is precies waar de kern zit van goed ruimtelijk denken: wederkerigheid in schaarste. Niet alles kan overal, maar iedereen moet zich ergens thuis kunnen voelen. Dat is geen tegenstelling, maar een spanningsveld waar beleid én ontwerp betekenisvol kunnen worden.

Laten we je gedachtegang wat terugbrengen, zonder te versimpelen. Hier zijn vier ordenende inzichten als houvast:

1. Schaarste vereist ordening, geen stapeling

Als we blijven zeggen “dit moet er óók nog bij”, dan komt alles op slot te staan. In plaats daarvan: scherpe keuzes per regio — wat is hier de hoofdfunctie, en wat kan dat versterken (wonen bij OV, natuur als spons, energie op industriegebied).

> Niet ieder belang op elke plek, maar elk belang ergens een plek.

 

2. Niet iedereen hetzelfde, maar wel iedereen mee

Rechtvaardigheid betekent niet gelijkheid van uitkomst, maar toegang tot perspectief. Ook buiten de Randstad moet je kunnen wonen, leren, reizen. Ook zonder auto moet je ergens kunnen komen. Maar dat vereist: minder asfalt, méér nabijheid.

> Een compacte leefstijl als voorwaarde voor vrijheid, niet als beperking.

 

3. Ecologie als ordeningsprincipe, niet als bijvangst

Flora en fauna zijn geen ‘belangengroep’, maar de dragers van het systeem waarin we wonen. Als we bouwen zonder rekening te houden met water, bodem, en biodiversiteit, creëren we zelf onze toekomstproblemen.

> Ruimtelijke rechtvaardigheid begint bij respect voor de ondergrond.

 

4. De zachte stem versterken

Jij noemt het al: “geld en sterke meningen” duwen vaak het beleid. Een rechtvaardige Nederstad vereist mechanismen om de stem van de stillere groepen — kinderen, ouderen, nieuwkomers, planten, dieren — mee te laten wegen.

> Niet de hardste roep, maar de meest gedeelde waarde als leidraad.

 

Tot slot, een oefenvraag voor het manifest:

Welke vijf principes zouden we in steen willen beitelen als basis voor ‘de stad die Nederland heet’? Niet als sluitstuk, maar als kompas. Ik denk graag met je mee in de volgende stap.

Daar vraag je nog wat! Het is een belangrijke vraag; eentje die de kern raakt.

Je aanzet is prima en daar wil ik op voortbouwen. Tegelijkertijd zie ik kansen om deze vier ordenende principes verder aan te vullen, te verscherpen en te verdiepen.

Laten we in ieder geval overwegen een nieuw paradigma toe te voegen, zodat we het '20e-eeuwse denken' achter ons kunnen laten. Dit betekent dat we de informatielaag integreren (zie mijn blog: Stad met zenuwen). In dit model staan wij mensen niet langer bovenaan de piramide, maar maken we deel uit van een compleet en complex systeem waarin ook onze informatiestromen en AI een belangrijke rol speelt.

Wat betreft jouw vier punten vraag ik me af of het nummeren een hiërarchie suggereert. Is het eerste punt belangrijker dan het vierde? Misschien wel, maar dat is -voor mij- nu nog niet helemaal duidelijk. Daarnaast merk ik op dat jouw punten 2 en 4 in grote lijnen hetzelfde lijken te betekenen.

En zo denkende vind ik nog een extra toevoeging belangrijk:

Als inrichtingsprincipe is het werken aan 'specialisaties en identiteiten' binnen Nederstad, gebaseerd op de sterke punten van verschillende regio's. Dit is niet nieuw, dat doen we nu ook al, maar het is in mijn optiek een goede weg om verder op te gaan.

Tegelijkertijd moeten we er op regionale schaal voor zorgen dat de basisvoorzieningen overal op orde zijn. Dit maakt dagelijkse mobiliteit, bij voorkeur binnen fietsafstand, praktisch en toegankelijk. Het vraagt natuurlijk wel: wat zijn die basisvoorzieningen?

Wat vind je van deze opzet? Misschien heb je een idee om dit nog beter te structureren?

 

Ja, dit is een hele krachtige aanzet — en precies het soort denkkader dat een manifest voor Nederstad nodig heeft: een nieuwe taal die systeem én mens verbindt, zonder te vervallen in abstractie of technocratie. Ik zie vijf inhoudelijke bouwstenen in je gedachtegang. Laat me een voorstel doen om die scherper te ordenen en verwoorden, zonder ze vast te pinnen in een hiërarchie:

 

1. Van mens centraal naar systeemdenken

We laten het 20e-eeuwse piramide-denken los waarin de mens bovenaan staat. In plaats daarvan erkennen we dat mens, natuur, technologie (zoals AI), ondergrond en infrastructuur één verweven systeem vormen.

> Niet de mens als maat der dingen, maar als onderdeel van een levend geheel.

 

2. Schaarste vraagt om keuzes

Ruimte is beperkt. Niet alles kan overal. Daarom maken we scherpe, ruimtelijke keuzes: we leggen prioriteit per regio en vermijden de illusie van de ‘alles-voor-iedereen-ruimte’.

> Ordening is geen beperking, maar voorwaarde voor vrijheid.

 

3. Rechtvaardigheid als ruimtelijk kompas

Niet gelijke plekken, maar gelijke kansen. We bouwen een Nederstad waarin iedere inwoner toegang heeft tot de basis: wonen, mobiliteit, energie, natuur. De zachte stem krijgt ruimte.

> Een leefbare toekomst vraagt om oog voor wie niet hard roept — mens én meer-dan-mens.

4. Het landschap als drager

We bouwen op de draagkracht van het landschap. Bodem, water en ecologie zijn geen decor, maar uitgangspunt. Ze bepalen wat kan, waar en hoe.

> De toekomst van de stad ligt in het begrijpen van de ondergrond.

 

5. Regionale identiteit en nabijheid

We erkennen en versterken regionale verschillen: elke regio is een wijk van Nederstad met eigen karakter en kracht. Tegelijk borgen we de nabijheid van voorzieningen — wonen, werken en ontmoeten binnen bereik.

> Een vitale stad is een lappendeken met korte afstanden en lange lijnen.

 

Wat denk je van deze vijfdelige structuur als basis voor je manifest? Je zou deze verder kunnen uitwerken in vijf korte hoofdstukken, telkens met een filosofische kernvraag en een ruimtelijke vertaling. Bijvoorbeeld:

  • “Wat betekent autonomie in een systeem waarin alles verbonden is?”

  • “Wanneer is een keuze rechtvaardig als niet iedereen wint?”

  • “Hoe ontwerp je een plek die ook zwijgende stemmen dient?”

Zullen we er samen zo een opzet voor uitwerken?

 

Dat is genoeg voor vandaag! In een volgende sessie gaan we hier verder op door. Ik denk dat naast deze 5 inhoudelijke principes ook iets moet komen van 3, 4 of 5 (?) principes voor houding en gedrag. Iets dat ingaat op de governance (niet top down, niet bottum up, maar beiden samen, waarbij acties op korte termijn samenhangen met de visie op lange(re) termijn.

Helemaal goed! Fijn om zo samen te verkennen — ik kijk ernaar uit om in een volgende sessie verder te bouwen aan het manifest voor Nederstad. Laat maar weten wanneer je weer wilt sparren. Tot dan!