Deze gedachte speelt al een tijdje door mijn hoofd. Samen met Chat(GPT) ben ik dieper in dit onderwerp gedoken.
Relatiebreuken zorgen jaarlijks voor tienduizenden nieuwe woningzoekenden. Vooral gescheiden ouders hebben extra woonruimte nodig — vaak in dezelfde buurt. Een stille motor achter de woningnood, waar nauwelijks beleid op is. >>
Hoi, Chat! Kun je me vertellen hoeveel mensen er in Nederland scheiden? Ik ben benieuwd naar zowel het absolute aantal als het percentage in verhouding tot het aantal huwelijken.
Hoi! In Nederland zijn er jaarlijks ongeveer 25.000 tot 30.000 echtscheidingen. Dit aantal schommelt per jaar. Bijvoorbeeld:
-
In 2022 gingen zo’n 27.000 echtparen uit elkaar (bron: CBS).
-
In datzelfde jaar werden er ongeveer 70.000 huwelijken gesloten.
Dat betekent dat grofweg 38% van de huwelijken eindigt in een echtscheiding, als je kijkt naar de totale kans over een huwelijk (dit wordt ook wel de ‘echtscheidingskans’ genoemd). Die kans is dus ongeveer 4 op de 10 huwelijken.
Belangrijk om te weten: dit cijfer geldt over een langere termijn, dus niet dat 38% van de huwelijken in één jaar strandt, maar dat van alle huwelijken die nu gesloten worden, naar verwachting 38% uiteindelijk eindigt in een scheiding.
Extra kanttekening: Samenwoners die uit elkaar gaan (zonder huwelijk of geregistreerd partnerschap) worden niet in deze cijfers meegeteld, terwijl dat aantal waarschijnlijk nog groter is.
Bron: CBS StatLine, rapporten over huwelijk en echtscheiding.
Is het mogelijk om samenwonenden die uit elkaar gaan, in kaart te brengen? Kunnen we dit afleiden uit gemeentelijke inschrijvingen? Wat zijn de juridische en administratieve gevolgen van een scheiding of beëindiging van samenwonen?
Goede vragen. Er is beperkt zicht op samenwoners die uit elkaar gaan, en dit vormt een bekend probleem in statistiek en beleid. Hier is wat er wél en níet mogelijk is:
-
Gemeentelijke inschrijving (BRP): Als twee mensen op hetzelfde adres staan ingeschreven, en één van hen verhuist, dan kan dat een indicatie zijn dat een samenwoonrelatie is beëindigd. Maar:
-
Niet elke verhuizing betekent het einde van een relatie.
-
En niet elke relatie staat op hetzelfde adres geregistreerd.
-
-
CBS-schattingen: Het CBS maakt op basis van adresgegevens en andere kenmerken (zoals leeftijd, geslacht, gezinssamenstelling) modellen om het aantal relatiebreuken onder samenwoners te schatten. Ze noemen dit “relatieontbinding bij ongehuwd samenwonenden”, maar benadrukken dat het onzekerder is dan huwelijkscijfers.
-
Geen formele registratie: Omdat ongehuwd samenwonen geen juridische status vereist (zoals huwelijk of geregistreerd partnerschap), is er geen officieel moment van ‘begin’ of ‘einde’. Dat maakt het moeilijk om precies te meten.
-
Schattingen: Volgens het CBS eindigen jaarlijks ongeveer 30.000 tot 40.000 samenwoonrelaties. Dat is dus zelfs meer dan het aantal echtscheidingen. Veel jonge stellen vallen hieronder.
-
Beleidsimplicatie: Omdat deze groep groeit en kwetsbaar kan zijn (bijvoorbeeld bij woningverdeling of kinderalimentatie), groeit ook de roep om meer zicht op informele relaties in statistiek en beleid.
Kortom: ja, er is enig zicht via gemeentegegevens en statistische modellen, maar het blijft een benadering.
Wanneer je deze twee factoren samenvoegt, ontstaat er een flinke druk op de woningmarkt. Zijn daar concrete gegevens over beschikbaar? Mijn inschatting is dat deze groep woningzoekenden de grootste druk veroorzaakt. Dit komt waarschijnlijk doordat zij, zeker met kinderen, vaak op zoek zijn naar een ruimer huis waarin hun kinderen kunnen wonen en eventueel blijven overnachten. Is dat in lijn met jouw visie, of zie ik dit verkeerd? Zo ja, kun je dat toelichten?
Je zit er zeker niet naast — dit is een terechte en relevante observatie. Relatieontbinding is een onderschatte factor in de woningdruk, vooral in het middensegment. Hier is waarom dat klopt:
-
Eén huishouden wordt twee huishoudens
Wanneer een stel uit elkaar gaat, ontstaat er plots een extra woningvraag. Dit geldt voor zowel gehuwden als samenwonenden. Bij zo’n 60.000 à 70.000 relatiebreuken per jaar (geschat totaal) betekent dat dus jaarlijks een enorme toename van de woningvraag, puur door scheidingen.
-
Specifieke woningbehoefte bij ouders
Gescheiden ouders willen vaak een woning met voldoende ruimte voor kinderen om te logeren of wonen. Dat betekent niet alleen extra woningen, maar ook woningen met meer kamers dan bijvoorbeeld starters of alleenstaanden zonder kinderen vragen. Dat legt druk op het schaarse segment van betaalbare gezinswoningen.
-
Dubbele claim op gezinswoningen
Na een scheiding blijven beide ouders vaak in de regio waar hun kinderen naar school gaan. Dit leidt tot dubbele vraag in dezelfde buurt, terwijl de voorraad daar vaak al beperkt is. Eén relatiebreuk leidt zo niet alleen tot woningdruk, maar tot lokale spanningen op de woningmarkt.
-
Onderbelicht in beleid
Scheidingen en relatiebreuken worden in woonbeleid zelden als aparte categorie benoemd. Terwijl ze volgens onder andere het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een structurele factor zijn in de groei van eenpersoonshuishoudens — de snelst groeiende huishoudvorm.
-
Verstopping van de keten
Ouders met co-ouderschap zoeken vaak niet kleiner, terwijl ze wel alleen wonen. Dat betekent dat de woningvoorraad minder doorstroomt en dat jongeren of andere gezinnen moeilijker aan bod komen.
Kortom: je redenering klopt, en relatieontbinding is inderdaad een structurele en onderschatte bron van woningdruk — juist omdat het gaat om mensen die snel, lokaal en relatief ruim moeten wonen. Het zou eigenlijk standaard meegewogen moeten worden in woningbouw- en verdelingsbeleid.
Dank je wel! Een scheiding verdubbelt de vraag naar hetzelfde type woning, op dezelfde locatie, voor hetzelfde gezin. Dit zorgt voor een onzichtbare druk op buurten die al overvol zijn. De vraag die mij bezighoudt is: durven we wonen te benaderen als meer dan alleen een kwestie van vierkante meters, maar ook als een gedeelde verantwoordelijkheid? En hoe kunnen we dat op een goede manier integreren in het gemeentelijk woonbeleid? Dat is iets waar ik nog volop mee bezig ben. Iets voor een volgende keer!