Slimme ruimte of slimme schijn? Over dubbelfuncties in de stad

Gepubliceerd op 31 juli 2025 om 12:34

Een jaar of tien geleden raakte ik gefascineerd door de opkomst van de smart city. De belofte was groot: technologie zou de stad efficiënter, groener en mensgerichter maken. Maar de praktijk valt me tegen. Veel pilots, weinig structurele doorbraken. In de openbare ruimte verschenen her en der slimme bankjes, wifi-lantaarnpalen of zonnedaken op parkeerplaatsen— maar wie profiteerde daar eigenlijk écht van?

Wordt de stad slimmer voor haar bewoners, of vooral voor het imago van bestuurders, bedrijven en technologieleveranciers?

De verleiding van de dubbelfunctie

In een volle stad klinkt het logisch: laat één plek meerdere dingen tegelijk doen. Een dak dat energie opwekt én verkoelt. Een paal die licht geeft én 5G verspreidt. Een bankje waar je ook je telefoon oplaadt. Ze zijn tastbaar, zichtbaar en innovatief — en daarmee aantrekkelijk voor beleid en pers. Maar vaak blijken ze vooral symbolen: een showcase van vernieuwing zonder echte impact op gebruik of beleving.

Dubbelfuncties werken pas echt goed wanneer ze vertrekken vanuit een daadwerkelijke behoefte in plaats van alleen maar vanuit technologie. Wanneer dit niet het geval is, veranderen ze in decorstukken: oplossingen die misschien slim ogen voor het oog, maar uiteindelijk weinig waarde toevoegen aan de stad.

Slimme ruimte werkt pas als ze uitnodigt
tot gebruik en niet alleen tot bewondering

Waarom het vaak niet lukt

De realisatie van slimme dubbelfuncties blijkt weerbarstig. Verschillende functies betekenen vaak ook verschillende eigenaren, budgetten en beleidsdomeinen. Wie beheert de paal als hij stroom én data én licht levert? En wat als de een constant licht wil en de ander niet? Hoe ga je om met privacy-kwesties? Ook bewoners worden zelden meegenomen in het ontwerp, wat leidt tot weerstand of desinteresse.

Bovendien botsen belangen: PV-panelen vragen zon, terwijl stadsnatuur juist gebaat is bij schaduw. Wat op papier slim en doordacht lijkt, blijkt in de praktijk vaak een stuk stroperiger te verlopen — zeker zolang aanbestedingen en regelgeving blijven vasthouden aan een monofunctionele manier van denken.

Slimmer door technologie — of juist door menselijk gebruik?

Ironisch genoeg kan AI mogelijk nu wél de belofte waarmaken die de smart city tien jaar geleden niet kon inlossen. Sensoren en algoritmes maken het mogelijk om infrastructuur dynamisch te beheren, zonder voortdurende tussenkomst van mensen.

Denk aan lantaarnpalen die dimmen op basis van beweging en tijdstip van de nacht, of laadpunten die energieverbruik afstemmen op het net. Natuurlijk speelt privacy hier een belangrijke rol. Echter, wanneer er een gedeeld belang is dat niet bij slechts één partij ligt (zoals een gemeente of bedrijf), kan AI juist een oplossing bieden om dit effectief te waarborgen.

En ook hier rijst opnieuw de échte vraag: voor wie doen we dit? Zonder sociaal ontwerp blijft het slechts een technisch kunstje zonder echte diepgang. Zoals ik eerder schreef in mijn blog Stad met zenuwen: een stad die voelt, reageert en in verbinding staat, moet ook begrijpen waar ze haar aandacht op richt - en wie of wat daar uiteindelijk de daadwerkelijke richting aan geeft.

Wie trekt er eigenlijk aan die slimme paal?
Dubbelfuncties botsen op monofunctionele systemen

Van slim object naar slim ontwerp

Echte slimme ruimte begint niet bij een snufje, maar bij een ontwerpfilosofie. Niet méér technologie, maar betere ruimte. Dubbelfuncties vragen om kaders die uitnodigen tot gebruik én ruimte laten voor pionierende bewoners. Vergelijk het met olifantenpaadjes: je legt een open structuur aan, wel binnen stedenbouwkundige kaders, mensen zoeken hun eigen weg, en pas daarna faciliteer je die bewegingen blijvend. Dat vraagt om een andere ontwerphouding: langzamer, integraler en met open eindjes. De stad als systeem én als plek van dagelijks gebruik.

Een andere belangrijke invalshoek is samenwerking. Het ontwerpen van een stad is geen soloproject; het vereist de input van diverse disciplines, belanghebbenden en bewoners. Alleen door samen te werken en ideeën te bundelen, kunnen oplossingen worden gevonden die recht doen aan zowel de complexiteit van de stad als de behoeften van haar gebruikers. Dit vraagt om een flexibele houding waarin luisteren, experimenteren en aanpassen centraal staan. En ook hier kan AI een cruciale rol spelen in het geanonimiseerd verzamelen en analyseren van data, met volledige waarborging van de privacy.

 

De toekomst van slim is langzaam

Misschien is het tijd om het woord ‘smart’ een nieuwe betekenis te geven. Niet een stad vol dashboards en technologische snufjes, maar een stad die écht slim is: zorgvuldig ontworpen, gedeeld door haar inwoners en flexibel in haar ontwikkeling. Een stad die niet alles probeert te voorspellen, maar wel openstaat voor alles en iedereen.

 

De toekomst van de slimme stad draait om een meer bewuste, doordachte benadering van ruimte, gebruik en het gedeelde belang van iedereen die er leeft en werkt. Slimheid zit niet in snelheid, maar in zorgvuldigheid.

 

De slimste stad kiest niet het strakste pad,
maar volgt het spoor van gebruik en ontmoeting