Van klein naar groot: massa maakt het verschil

Gepubliceerd op 21 augustus 2025 om 12:34

Wat maakt het nu uit als ik één tegel uit mijn tuin haal? Of een keer de auto laat staan? Of de thermostaat een graadje lager zet? Op zichzelf lijkt het nauwelijks iets te veranderen. Dit is precies de paradox die veel duurzame acties klein houdt. Omdat we de impact niet direct voelen, verdwijnt vaak de motivatie om door te zetten.

Maar een stad is geen verzameling losse eilandjes. Het is een levend organisme: straten en wijken vormen samen een ritme, een patroon dat wordt bepaald door ons gezamenlijke gedrag. Dáár ligt de kracht. In mijn woonplaats Zwolle bijvoorbeeld kan jouw kleine stap in theorie worden vermenigvuldigd met 133.800 inwoners. In Overijssel met bijna 1,2 miljoen mensen en in heel Nederland zelfs met bijna 18 miljoen. Samen maken we het verschil.

 

Het principe: klein × massa = impact

Het principe is simpel, maar vraagt om een andere manier van denken. Niet: “Wat levert het míj op?”, maar: “Wat levert het óns op?”. Het Individueel Zwermen-model brengt dit helder in kaart. Vanuit dat model, kan én wil ongeveer 25% van de mensen niet meedoen (de weigeraars). Het is zonde om daar energie in te stoppen. Daarnaast is er een kleine groep van 5% voorlopers: zij hebben de stap al gezet.

De grootste kans ligt echter bij de 70% beïnvloedbaren: de volgers (wel willen, maar niet kunnen) en de twijfelaars (wel kunnen, maar nog niet willen). Voor deze groep is het van groot belang om drempels actief weg te nemen, aansprekende en inspirerende voorbeelden te geven, en bovendien het positieve effect van gezamenlijke en collectieve actie duidelijk zichtbaar te maken. Dit kan op elk niveau: lokaal, regionaal én nationaal.

Klein voelt klein, tot je het optelt:
de kracht van massa maakt de Nederstad zichtbaar

Vijf voorbeelden van massa in actie

De onderstaande voorbeelden laten zien hoe het principe van "massa is kracht en maakt verschil" in de praktijk werkt. Ze zijn bedoeld om inzicht te geven, niet om volledig wetenschappelijk kloppend te zijn. Voor deze voorbeelden heb ik snel bronnen geraadpleegd en op een eenvoudige manier berekeningen gemaakt. Het doel is om te illustreren hoe krachtig we als individu kunnen zijn wanneer we samen optreden als collectief.

Voor de berekeningen heb ik de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Zwolle: ongeveer 133.800 inwoners en 62.600 huishoudens (2025)

  • Overijssel: ongeveer 1.196.000 inwoners en 528.600 huishoudens (2025)

  • Nederland: ongeveer 17.900.000 inwoners en 8.340.000 huishoudens 2025)

Bronnen: CBS (StatLine) en Overijssel in Cijfers.

 

a) Voeding >> 1 ei minder per persoon per dag

De productie van één ei kost gemiddeld 200 liter water in de hele keten, van veevoer tot verpakking (Babette Porcelein, Hidrodoe).

  • Zwolle: 26,8 miljoen liter water per dag minder.
  • Overijssel: 239,2 miljoen liter per dag minder.
  • Nederland: 3,58 miljard liter per dag minder.

Op jaarbasis zijn dat getallen die zich nauwelijks laten voorstellen: bijna 1,3 biljoen liter water landelijk. Laten we twee beeldende vertalingen maken:

  1. Olympische zwembaden (inhoud ± 2,5 miljoen liter)
  2. Aantal mensen van drinkwater voorzien (gemiddeld ± 50 liter drinkwater p.p. per dag, WHO-richtlijn voor basisvoorziening)

 

Per dag betekent dit: 

  • Zwolle – 26,8 miljoen liter
    10,7 olympische zwembaden
    536.000 mensen met basisdrinkwater voor één dag
  • Overijssel – 239,2 miljoen liter
    95,7 olympische zwembaden
    4,78 miljoen mensen met basisdrinkwater voor één dag
  • Nederland – 3,58 miljard liter
    1.432 olympische zwembaden
    71,6 miljoen mensen met basisdrinkwater voor één dag

 

Per jaar is dit enorm:

  • Nederland – 1,3 biljoen liter
    520.000 olympische zwembaden
    26 miljard persoonsdagen drinkwater

Dat is 71 miljoen mensen een heel jaar lang van basisdrinkwater voorzien. En dat allemaal met 1 ei per persoon per dag minder.

Van ei tot auto: kleine keuzes,
groot verschil op stad-, provincie- en landschaal

b) Vergroenen >> vier stoeptegels eruit per woning

Een standaard stoeptegel (30×30 cm) weegt ±12,5 kg en heeft een oppervlak van 0,09 m². Vier tegels per woning betekent meer groen, minder verharding én minder betonmassa.

  • Zwolle: 22.556 m² groen erbij, 3,0 kton beton eruit, 0,7 miljoen liter extra waterberging.

  • Overijssel: 190.320 m² groen erbij, 25,4 kton beton, 6,2 miljoen liter waterberging.

  • Nederland: 3,0 miljoen m² groen erbij, 400,2 kton beton, 97,6 miljoen liter waterberging.


Als we de winst aan groen of onverhard terrein vergelijken met bekende oppervlakten, zien de referentiebeelden er als volgt uit:

  • Zwolle – 22.556 m² groen = 2,26 ha = ongeveer de helft van het Vondelpark
  • Overijssel – 190.320 m² groen = 19,0 ha = vergelijkbaar met ruim 40 voetbalvelden of de hele binnenstad van Weesp.
  • Nederland – 3,0 miljoen m² groen = 300 ha = vergelijkbaar met ruim het bebouwde gebied van Borne of bijna heel Giethoorn.

 

c) Verwarming >> thermostaat 1 °C lager

Een veelgenoemd voorbeeld, maar ik wil het toch graag vanuit dit perspectief belichten. Volgens Milieu Centraal kun je met het verlagen van de thermostaat met één graad al zo’n 6-7% gas besparen. Gebaseerd op een gemiddeld gasverbruik van 1.020 m³ per huishouden per jaar, en een uitstoot van 1,78 kg CO₂ per m³ gas, levert dit een substantiële energiebesparing én een lagere CO₂-uitstoot op:

  • Zwolle: 4,15 miljoen m³ gas minder = 7,4 kton CO₂ minder.

  • Overijssel: 35,05 miljoen m³ gas = 62,4 kton CO₂.

  • Nederland: 552,73 miljoen m³ gas = 983,9 kton CO₂.


Ook dit is boeiend om te vergelijken met referentiebeelden:

Vergelijking met autoritten

Gemiddeld stoot een benzineauto ± 0,12 kg CO₂/km uit (bron: Milieu Centraal).

  • Zwolle – 7,4 kton CO₂ minder ≈ 61,7 miljoen autokilometers = 1.540 keer de aarde rond.
  • Overijssel – 62,4 kton CO₂ minder ≈ 520 miljoen autokilometers = 13.000 keer de aarde rond.
  • Nederland – 983,9 kton CO₂ minder ≈ 8,2 miljard autokilometers = 204.000 keer de aarde rond.

Vergelijking met het planten van bomen

Een volwassen boom neemt ± 22 kg CO₂ per jaar op (bron: Duurzaamthuis.nl).

  • Zwolle – 7,4 kton CO₂ minder ≈ 336.000 bomen die een jaar groeien.
  • Overijssel – 62,4 kton CO₂ minder ≈ 2,84 miljoen bomen.
  • Nederland – 983,9 kton CO₂ minder ≈ 44,72 miljoen bomen.

 

d) Mobiliteit >> één autorit minder per huishouden per week

Een simpel voorbeeld van iets wat iedere Nederlander gemakkelijk kan doen: laat de auto één keer per week staan. De gemiddelde autorit in Nederland is 11 tot 13 kilometer, met een uitstoot van ongeveer 120 g CO₂ per kilometer (benzine). Als we uitgaan van een rit van 11 kilometer:

  • Zwolle: 35,8 miljoen km minder per jaar = 3,6 miljoen liter benzine = 4,3 kton CO₂.

  • Overijssel: 302,4 miljoen km = 30,2 miljoen liter benzine = 36,3 kon CO₂.

  • Nederland: 4,77 miljard km = 476,9 miljoen liter benzine = 572,2 kton CO₂.

Bron ritlengte: Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (ODiN).

 

Ook dit is boeiend om te vergelijken met referentiebeelden:

Geldbesparing (brandstofkosten: laten we zeggen € 1,85 per liter)

  • Zwolle – 3,6 miljoen liter benzine = 3,6 mln × € 1,85 ≈ € 6,66 miljoen bespaard.
  • Overijssel – 30,2 miljoen liter = 30,2 mln × € 1,85 ≈ € 55,87 miljoen bespaard.
  • Nederland – 476,9 miljoen liter = 476,9 mln × € 1,85 ≈ € 882,27 miljoen bespaard.

Van dat geld zouden we geweldige initiatieven kunnen realiseren. Elke week weer! We zouden dit ook kunnen bereiken door het massaal te doneren aan goede doelen of projecten die bijdragen aan het algemeen belang.

Equivalent in bomen planten (± 22 kg CO₂ per jaar op (bron: Duurzaamthuis.nl)

  • Zwolle – 4,3 kton CO₂ = 4.300 ton ÷ 0,022 ton/b = 195.455 bomen.
  • Overijssel – 36,3 kton CO₂ = 36.300 ton ÷ 0,022 ton/b = 1.650.000 bomen.
  • Nederland – 572,2 kton CO₂ = 572.200 ton ÷ 0,022 ton/b = 26.009.091 bomen.

Gedeelde verantwoordelijkheid: klein telt!

De rol van de spelers

Kortom: kleine gedragsveranderingen hebben grote impact als we dit massaal doen. De cijfers en aantallen zijn enorm en bijna niet te bevatten. Het succes van massa-acties hangt af van de bereidheid én mogelijkheden van alle betrokkenen.

  • Inwoners vormen de basis: zij zetten de kleine, haalbare stappen en herhalen die in hun dagelijks leven.
  • Gemeenten hebben – wat mij betreft – de taak om dit gedrag te ondersteunen met praktische faciliteiten, zoals het ophalen van tegels, collectieve isolatieprogramma’s of het aanbieden van dakenkaarten die het potentieel voor zonnepanelen zichtbaar maken.
  • Provincies kunnen vervolgens deze lokale inspanningen bundelen, schaalvoordelen creëren en campagnes over gemeentegrenzen heen trekken.
  • Als de rijksoverheid daarbij zorgt voor financiële prikkels en regelgeving die de stap van willen naar kunnen kleiner maakt (zoals subsidies, belastingvoordelen of uitdragen van nieuwe normen) dan helpt dat enorm.
  • Bedrijven en organisaties spelen een voorbeeldrol en kunnen hun netwerk, middelen en marketingkracht inzetten om acties te versnellen en te verspreiden. Samen kunnen zij de motor vormen achter structurele verandering.
  • Marketing en media moeten dan ook 'het verhaal' levend houden: blijven vertellen, blijven rekenen, blijven verbeelden.

 

Waarom provincies mogelijk van cruciaal belang zijn

Zelf werk ik bij de provincie Overijssel. Ik denk dat provincies de ideale schaalgrootte hebben voor grootschalige acties: groot genoeg om impact te maken, maar klein genoeg om direct verbinding te maken met burgers en vooral ook de gemeenten.

Overijssel omvat 25 gemeenten en meer dan 1,18 miljoen inwoners, wat een bijzonder impactvolle massa vormt. Om die reden heb ik Overijssel opgenomen in bovenstaande voorbeelden, al geldt dit natuurlijk voor alle provincies in Nederland.

Met gezamenlijke inkoopprogramma’s, gerichte communicatiecampagnes en provinciale subsidies kan de provincie drempels wegnemen voor de volgers en twijfelaars. Initiatieven zoals een provinciaal “tegeldag”-concept of een grootschalige regentonactie zorgen direct voor zichtbaar resultaat op regionaal niveau. Dit maakt het niet alleen effectiever, maar ook motiverender voor inwoners.

Kunnen we er misschien een competitie tussen provincies van maken? 12 provincies die de strijd aangaan is overzichtelijker én haalbaarder dan zo’n 350 gemeenten die tegen elkaar concurreren. Mooi idee voor het IPO en de NPO of een van de commerciële zenders?

Impact ontstaat als inwoners, overheden en bedrijven samen aan tafel zitten

Kortom: impact van klein naar groot

De kracht van massa zit in het samen doen. Eén tegel, één graad, één autorit minder: het zijn kleine handelingen die in het moment misschien onbeduidend lijken. Maar in de Nederstad worden ze miljoenen keren herhaald - en dan worden kleine stappen grote sprongen.

De verantwoordelijkheid om dat in beweging te zetten is gedeeld: inwoners die hun gedrag aanpassen, overheden die faciliteren en prikkelen, bedrijven die meedoen en het verhaal versterken.

En minstens zo belangrijk: de verhalenvertellers, die keer op keer blijven laten zien wat massa kan doen en hoe deze kracht impact kan hebben. Alleen door het verhaal levend en krachtig te houden, zorgen we ervoor dat we de beweging blijven voortzetten en niet tot stilstand komt.

Daarnaast speelt innovatie een cruciale rol. Door nieuwe technologieën en slimme oplossingen te omarmen, kunnen we processen efficiënter maken en duurzame alternatieven toegankelijker voor iedereen. Innovators en pioniers zorgen ervoor dat we niet alleen dromen over verandering, maar deze ook daadwerkelijk kunnen realiseren en versnellen.

Niet omdat het moet, maar omdat het kan. En omdat we samen veel groter zijn dan we denken.

Samen bewegen is groter dan de som der delen