Steden zijn al eeuwenlang de tegenpool van natuur. Althans, zo denken we erover. Maar wat als die tegenstelling niet meer klopt?
In een scherpe observatie op Stadsruimte wijst Fien Jorna op een opvallende ontwikkeling: in veel steden gedijt flora en fauna beter dan op het omliggende platteland. Insecten, vogels en planten vinden er schuilplaatsen tussen stoeptegels, langs gevelgroen en op groendaken. Terwijl het agrarisch gebied steeds verder specialiseert in productie en monocultuur, ontstaat er in de stad onverwacht ruimte voor leven. De stad blijkt - ondanks alles - een toevluchtsoord te zijn.
In plaats van te denken in óf natuur óf infrastructuur, kiezen steeds meer steden voor én én. Dubbelfuncties helpen daarbij. Een mooi voorbeeld is Leiden, waar werkzaamheden aan het riool worden aangegrepen om ook te vergroenen. Zo wordt één ingreep gebruikt voor meerdere doelen: schoner water, meer verkoeling én ruimte voor insecten. Geen technologische ‘smartness’, maar wat ik eerder zachte stedelijkheid noemde: de stad als plek waar techniek, ecologie en gedrag samenkomen in slimme eenvoud.
Deze ontwikkelingen raken aan mijn bredere idee van Nederstad: een verweven regio in Europa waarin stad en land geen tegenpolen zijn, maar elkaars verlengstuk. Maar juist in ons landje lijkt die verwevenheid vaak te ontbreken. Terwijl steden vergroenen, wordt het agrarisch landschap functioneler, grootschaliger en (paradoxaal genoeg) minder leefbaar voor flora en fauna. Misschien kan het (agrarische) platteland van de stad leren: niet om stedelijk te worden, maar om opnieuw ruimte te maken voor biodiversiteit, bodemleven en meervoudig gebruik van grond. En op zo'n manier dat beide elkaar versterken voor flora en fauna.
De natuur is dus niet verdwenen. Ze is verhuisd: naar gevels, wadi’s en stadsparken. Dat is hoopgevend. Maar het is ook een schrijnende constatering en het roept belangrijke vragen op. Wat zegt het over ons ruimtelijk systeem als juist de stad een betere habitat biedt dan het land? En wat vraagt het van ons om die lijn om te keren, en ook het land weer tot leefgebied te maken?